Introductie voorgelezen door Mirthe Hoefsloot Sleper   Recorded: 20-1-2023   Length: 02:56

"Isaak was oud geworden" voorgelezen door Mirthe Hoefsloot Sleper   Recorded: 18-1-2023   Length: 07:27

.

Iustus Aeternam  |  Identiteitsfraude nader verklaard 

.

Introductie

.

Voor mijn liefste Theodoor; omdat je mij vertelde dat Esau en Jakob beiden in jou hebben geleefd en jij bovendien als een Isaak hoogbejaard en blind geworden bent, heb ik het verhaal van de zonen van Isaak erbij opgezocht.

.

De zonen van Isaak: Esau en Jacob waren heel verschillend. Esau, de eerstgeboren zoon was ruigbehaard en Jakob was glad en zijn handen verfijnd als van een vrouw.  Om de laatste zegen van Isaak te ontvangen heeft er een verwisseling van identiteit plaatsgevonden: Jacob wendde voor zijn blinde vader Isaak voor; Esau te zijn, zodat niet de oorspronkelijke eerstgeboren zoon Esau de zegen ontving maar Jakob de tweedegeboren zoon en zo verloor Esau de eerstgeboren rechtmatige erfgerechtigde van Isaak, alle zegen. Hierop heeft de wijziging van gender binnen ontelbare families betrekking: de oudste eerstgeboren zoon/broer wordt veranderd in de oudste dochter/zus; de oudste eerstgeboren dochter/zus wordt veranderd in de oudste zoon/broer en alle geboren zonen/broers veranderen in dochters/zussen en alle geboren dochters/zussen veranderen in zonen/broers en de geboren zonen/broers worden tot dienstknechten van de geboren dochters/zussen gemaakt die veranderd zijn naar zonen/broers en alle getrouwden en aangetrouwden en de kinderen zijn eveneens veranderd. De vader beeldt de moeder uit en de uiterlijke vader is de moeder, de grootvader beeldt de grootmoeder uit en de uiterlijke grootvader is de grootmoeder en zo neemt de gehele familie tot in de zoveelste macht, de vloek van het bedrog door Jakob op zich, door de individuele oorspronkelijke identiteit te veranderen. Isaak zei echter: 'Maar als je je daarvan losrukt, schudt je het juk van het bedrog en de slavernij van je nek!' Want de kinderen van God zijn individueel geboren uit God en ieder kind van God heeft eerstgeboorterecht van God en omdat het kind van God dit verklaart, zal niemand zich nog van de zegen voor Hem en de zijnen, meester kunnen maken. Gezegende liefste Theodoor, je liet mij mijn ware vader en mijn ware moeder en mijn ware grootvader en mijn ware grootmoeder kennen en zelfs het ruigbehaarde mofje ligt hier bij ons!

.

1Isaak was oud geworden en zijn ogen werden zo zwak dat hij niet meer kon zien. Daarom riep hij zijn oudste zoon Esau bij zich en zei: `Mijn zoon.' Hij antwoordde: `Wat wilt u?'2Isaak zei: `Hoor eens, ik ben een oud man en ik weet niet hoelang ik nog te leven heb.3Neem daarom je wapens, je pijlkoker en je boog, ga erop uit en schiet een stuk wild voor mij.4Maak dan een smakelijk maal gereed, zoals ik het graag heb, en dien het mij op, zodat ik ervan kan eten; daardoor zal ik de kracht krijgen om je mijn zegen te geven, voordat ik sterf.'5Tijdens dat gesprek van Isaak met zijn zoon Esau had Rebekka staan luisteren. Zodra Esau erop uit was gegaan om een stuk wild voor zijn vader te schieten,6zei Rebekka tot haar zoon Jakob: `Hoor eens, ik heb je vader tegen je broer Esau horen zeggen:7Breng mij een stuk wild en maak een smakelijk maal voor mij gereed, zodat ik ervan kan eten; dan zal ik je met Jahwe's goedvinden mijn zegen kunnen geven, voordat ik sterf.8Daarom, mijn zoon, moet je luisteren naar wat ik je zeg.9Ga naar de kudden en haal daar twee malse geitebokjes; dan maak ik een smakelijk maal voor je vader, zoals hij dat graag heeft.10Dat ga je dan aan je vader aanbieden, zodat hij ervan kan eten; daardoor zal hij de kracht krijgen om je zijn zegen te geven, voordat hij sterft.'11Maar Jakob zei tot zijn moeder Rebekka: `Dat gaat niet; mijn broer Esau is ruigbehaard en ik helemaal niet.12Als vader mij gaat betasten, denkt hij vast dat ik met hem spot, en in plaats van zegen zal ik dan vloek over mij doen komen.'13Zijn moeder antwoordde hem: `Jongen, die vloek neem ik op me, luister naar mij en ga de bokjes halen.'14Jakob ging ze dus halen en bracht ze aan zijn moeder; en zij maakte een smakelijk maal gereed, zoals zijn vader het graag had.15Daarop haalde Rebekka de beste kleren van haar oudste zoon Esau, die zij in huis bewaarde, en liet haar jongste zoon Jakob die aantrekken.16Over zijn handen en zijn gladde hals trok zij de vellen van de geitebokjes.17Vervolgens gaf zij het smakelijke maal met het brood dat zij toebereid had haar zoon Jakob in handen.18Die ging naar zijn vader toe en zei: `Vader.' Isaak antwoordde: `Ja, wie ben je, mijn zoon?'19Jakob zei tot zijn vader: `Esau, uw eerstgeborene; ik heb gedaan wat u mij opgedragen hebt. Ga overeind zitten en eet van mijn wildbraad, dan zult u de kracht krijgen om mij uw zegen te geven.'20Maar Isaak zei tot zijn zoon: `Hoe heb je dat wild zo gauw kunnen vinden, mijn zoon?' Jakob gaf ten antwoord: `Jahwe, uw God, heeft het op mijn weg gebracht.'21Daarop zei Isaak tot Jakob: `Kom eens wat dichterbij, ik wil je betasten, mijn zoon, om te zien of je werkelijk mijn zoon Esau bent.'22Jakob kwam bij zijn vader Isaak staan. Deze betastte hem en zei: `De stem is de stem van Jakob, maar de handen zijn de handen van Esau'.23Hij herkende Jakob niet, omdat diens handen even behaard waren als die van zijn broer Esau. Toen was hij bereid hem zijn zegen te geven,24en vroeg nog eens: `Ben jij werkelijk mijn zoon Esau?' Hij antwoordde: `Dat ben ik.'25Toen sprak Isaak: `Dien dan maar op. Ik wil eten van het wildbraad van mijn zoon; dan zal ik de kracht krijgen om je mijn zegen te geven.' Jakob diende op en zijn vader begon te eten; daarna bracht hij hem wijn en hij dronk.26Daarop sprak zijn vader Isaak tot hem: `Kom hier, mijn zoon, en kus mij.'27Hij kwam naderbij en kuste hem. Toen Isaak de geur van zijn kleren rook, sprak hij over hem deze zegen uit:

.
'Ja, de geur van mijn zoon
is als de geur van een akker
die door Jahwe is gezegend,
28Dauw van de hemel zal God je geven,
vruchtbare grond,
met overvloed van koren en most.
29Volken zullen je dienen
naties voor je buigen;
je moet heersen over je broers,
en de zonen van je moeder moeten
voor jou buigen!
Wie jou vervloekt, hij zij vervloekt;
wie jou zegent, hij zij gezegend!'

.
30Toen Isaak over Jakob deze zegen had uitgesproken, ging Jakob weg bij zijn vader Isaak. Op datzelfde ogenblik kwam zijn broer Esau van de jacht terug.31Ook hij maakte een smakelijk maal gereed. Toen hij het binnenbracht, zei hij tot zijn vader: `Kom overeind, vader, en eet van het wildbraad van uw zoon; dan zult u de kracht krijgen om mij uw zegen te geven.'32Zijn vader Isaak vroeg: `Wie ben je?' hij antwoordde: `Ik ben uw zoon, uw eerstgeborene, Esau.'33Isaak schrok hevig en riep uit: `Maar wie was dan degene die dat ander stuk wild had geschoten en het mij gebracht heeft? Juist voor jij binnenkwam heb ik daarvan gegeten. Hem heb ik mijn zegen gegeven en die zegen zal hij ook houden.'34Toen Esau dat van zijn vader hoorde, brak hij in luide en bittere jammerklachten uit en smeekte zijn vader: `Vader, geef mij ook uw zegen!'35Maar hij antwoordde: `Je broer is met een listige leugen bij mij aangekomen en heeft zich van jouw zegen meester gemaakt.'36Toen zei Esau: `Terecht heet hij Jakob, want hij heeft mij nu al tweemaal bedrogen. Eerst heeft hij zich mijn eerstgeboorterecht toegeƫigend en nu bovendien nog mijn zegen.' En hij drong aan: `Hebt u dan voor mij geen zegen meer?'37Isaak antwoordde en zei tot Esau: `Ik heb hem nu eenmaal tot heerser over jou aangesteld, ik heb al zijn broers tot zijn dienstknechten gemaakt en koren en most aan hem gegeven. Wat kan ik nog doen voor jou, mijn zoon?'38Maar Esau zei tot zijn vader: `Was dat dan uw enige zegen, vader? Vader, geef mij toch ook een zegen!' En Hij begon luid te jammeren.39Daarop nam zijn vader Isaak het woord en zei: `Ver van de vruchtbare grond zul je wonen, ver van de dauw uit de hemel van boven.40Van je zwaard zul je leven, en je broers zul je dienen. Maar als je je losrukt, schudt je zijn juk van je nek!'

.

Bron:  https://rkbijbel.nl/kbs/bijbel/neovulgaat/willibrord1975/genesis/27

.